Columns


Niels

Zondag 20 mei 2012.

Geplaatst in Stroom, een uitgave van Antroposana.

De ouders van Niels hadden het meteen vreemd gevonden toen hij vertelde dat hij ineens pijn in zijn been had. Hij had zich niet gestoten en hij zat niet op voetballen of een andere sport waar hij zich bezeerd zou kunnen hebben. Niels wist zelf ook niet hoe het kwam dat hij ineens pijn had. Hij kon niet meer op zijn been staan, zo’n pijn deed het. De volgende dag waren ze naar de huisarts gegaan en die had de kinderarts opgebeld met de vraag of Niels dezelfde dag kon komen. Bij de kinderarts hadden ze op de röntgenfoto gezien dat er in het onderbeen van Niels een witte vlek te zien was. Een kwaadaardig gezwel in het bot, had de kinderarts gezegd.

Nu zat Niels voor me, een jongen van bijna tien met een open, vriendelijk gezicht. Zijn ouders deden het woord en Niels liet het maar wat over zich heen komen. Ook wel onder de indruk, het was allemaal zo nieuw wat er nu gebeurde. Zijn ouders vroegen om informatie over het gebruik van maretak. Was dat iets voor Niels? Ze hadden er over gehoord en dachten dat het misschien een goede aanvulling zou kunnen zijn op de behandeling, naast de chemokuren die Niels zou gaan krijgen. Ik vertelde dat er verschillende maretakpreparaten in de handel zijn maar dat ze met elkaar gemeen hebben dat ze per injectie toegediend worden. Gelukkig was dit geen bezwaar, de moeder zou Niels de injecties kunnen geven.

De maretak groeit op een gastheerboom en voor de verschillende soorten kanker zijn er verschillende gastheerbomen. Voor Niels adviseerde ik de maretak die op de es groeit. Deze kan gebruikt worden bij tumoren in het bot. Essenhout heeft bijzondere eigenschappen: het is hard, taai maar toch elastisch en buigzaam. Eigenlijk zoals ons bot is dus. Uit een aftreksel van de bessen en de bladeren van de maretak wordt na bewerking een heldere vloeistof verkregen die in ampullen van een milliliter geleverd wordt. Deze vloeistof wordt onder de huid ingespoten, twee tot drie keer per week. Dit is pijnloos, en dat was een geruststelling voor Niels. De prikjes, dat vond hij eigenlijk niet eens erg, dat was maar heel even. Dapper vond ik hem, deze jongen die nog een hele weg te gaan had en zo heel veel prikken en andere onderzoeken nog zou gaan krijgen. Maar ik had de stellige overtuiging, en deelde dit met Niels en zijn ouders, dat de maretak hem zou helpen niet de moed te verliezen, zijn innerlijke kracht te blijven voelen ook als hij perioden zou doormaken met vermoeidheid en misselijkheid door de chemokuren. De es wortelt diep, vertelde ik Niels, en kan een voorbeeld zijn hoe hij zijn voeten stevig en standvastig op de aarde kan zetten. Meebuigend met wat er op hem af komt zonder om te waaien. Ik kon zien dat het beeld hem aansprak en hij vastbesloten was er goed doorheen te komen.